zaterdag 28 februari 2009

vrijdag 27 februari 2009

Hotels

Een gewaarschuwd mens telt voor twee en ik blijf voorlopig maar boven op alles zitten en wil alles met eigen ogen zien en met eigen oren horen. Zo struin ik met Harendra Pal de stad af op zoek naar geschikte en betaalbare hotels. Helaas kan het hotel waar ik nu zit niet zoveel plaats vrijmaken. Het is er aangenaam en bedaard.
Op onze tocht begin ik steeds meer onderscheid te maken tussen A en B crew. Wij zitten hier straks meer dan zes weken. Tijdens draaien krijgen we ook mensen uit Mumbai en Delhi waarvan er een aantal slechts aanwezig zullen zijn om op de equipment te passen. Men verhuurt hier geen camera, licht en geluids apparatuur zonder bijbehorend draag en oppas personeel. Ik heb in Delhi mijn uiterste best gedaan om dit tot een minimum te beperken en wat ik heb moeten accepteren schaar ik onder B crew. De B van balast.
We komen er deze dag niet uit maar de volgende dag komt een verheugde Harendra Pal me ophalen en brengt me naar één van de paleisjes die Jodhpur rijk is, de Polo Heritage.
De kamers zijn er statig, zeer ruim. Sommige met meer dan één kamer en allen met aangrenzende kleedkamers, marmeren vloeren. Zwembad. De verborgen schat. De prijs van deze kamers kan ik me niet veroorloven maar we onderhandelen en krijgen het hele hotel voor de prijs die ik op mijn budget beschikbaar heb. Nog geen derde van de oorspronkelijke prijs. Ik kies zelf een kamer met een extra ruimte waar ik kantoor kan houden. Ik ben om, nu hopen dat Sander en Joost er ook gelukkig mee zullen zijn. Ik maak de deal definitief. Ik begin mijn jonge vriend Harendra Pal steeds meer te waarderen.

donderdag 26 februari 2009

Heilige koeien


Waar je heel snel aan went maar het vermelden wel waard is. De stad is vergeven van de loslopende koeien. Het lijkt alsof ze een luizenleven leiden, iedereen laat ze ongemoeid en ze krijgen genoeg te eten. Ze zien er in tegenstelling tot het arme deel van de bevolking flink doorvoed uit. Soms liggen ze midden op een doorgaande route te herkauwen en rijden de auto's, ezelkarren, fietsers en brommers er omheen. Onze film bevat ook een scene waar een koe op straat ligt te slapen. Beslist een scene uit het leven gegrepen dus. De koe is de moeder van alles. De heilige koe. In sommige gevallen kan je hier dus maar beter als koe geboren worden.

De Plastic Factory



Omdat de protagonist van het film verhaal een 'plastic collector' is, iemand die van straat oud plastic ophaalt en dit naar recycling werkplaatsen brengt, bezoek ik met Harendra Pal zo'n verzamel plaats van plastic. Eindeloze hoeveelheden plastic, balen, bergen, dozen, zakken, emmers met plastic afval. Daartussen mannen, vrouwen en kinderen die deze nimmer slinkende berg moeten sorteren. Op kleur en soort. Ik maak wat foto's en besluit later met Sander en Joost terug te gaan. In het verhaal ligt zo'n werkplaats naast een plein in de binnenstad maar volgens de lokale bevolking is in die buurt zo'n locatie niet te vinden.
Buiten de poort zie ik nog net een jongetje een grote jerrycan met afgewerkte olie in de goot ledigen. Wat zijn wij toch beschaafd gedrild. Ik kan een "oeps" kreun van afgrijzen niet onderdrukken. Ik kijk schuin naar Harendra Pal die het de gewoonste zaak van de wereld schijnt te vinden. Een paar dagen later krijg ik het opnieuw benauwd als we in een andere plastic factory zijn. Er zit een vrouw temidden van een onmenselijk hoge berg plastic op de grond en gooit één voor één de stukjes plastic in de daarvoor bestemde zakken en emmers. Of het van die aanblik is of van de slechte lucht, ik krijg tranen in mijn ogen en wil naar buiten. Nadenken of ik blij voor de vrouw moet zijn dat ze werk heeft of bedroefd omdat het vanuit mijn denken geen enkel vooruitzicht biedt. Een berg waar niet tegen op te werken valt. Het krast weer een moment over mijn ziel. Ineens hoop ik dat we iets heel integers gaan maken.

De stad




De eerste avond komt een casting director langs. Hij blijkt ook de dieren en de rijtuigen te gaan regelen. We onderhandelen en komen tot een prijs. Hij woont zelf in het oude deel van de stad waar wij willen gaan draaien en regelt alles van binnenuit wat mij gunstig lijkt. De oude stad is verdeeld in Hindoe en Moslim wijken en het is niet eenvoudig met iedereen afspraken te maken. We zullen zo'n 150 to 200 mensen en een aantal kamelen, koeien, ezels en klein vee nodig hebben. Ik begin dus maar met vertrouwen. Tot het tegendeel is bewezen.
Ik maak kennis met de stad. Na mijn verhuizing naar een ander hotel de volgende dag, een klein paleisje met romantische binnenplaats, gaan we naar de oude stad. Ik zie daar waarom we hier zijn. De enorme tegenstijdigheden in India blijven mij boeien maar ook verbijsteren. De veelkleurige kledij, de prachtige huizen, sprookjesachtige straatjes, de handwerklieden in hun kleine winkeltjes, de groentekarren maar ook de stront op straat, kinderen die als honden door de straten zwalken, vuilnis, ratten, honden en penetrante lucht van stof en rotting.
Ik blijf rustig onder de aandacht van vele kinderen en maak locatie foto's. Ik heb de Cameraman Bert Pot beloofd één dezer dagen wat foto's te sturen. Het tweede deel van de crew komt pas op 15 maart aan.
We worden achtervolgt door een man. Hij loopt al enige tijd vlak achter me en ik wil er net iets van zeggen als blijkt dat hij bij het gezelschap hoort en mij moet beschermen tegen kwaadwillende bewoners. Vanaf nu wil ik voorgesteld worden aan iedereen die iets met wat wij hier doen te maken heeft. Buiten dat heb ik al genoeg aan mijn eigen schaduw..

Jodhpur

Na aankomst bemerk ik onmiddelijk de geheel andere atmospheer. Op het vliegveld krijg ik een soort 'Andalucia' thuisgevoel. De warmte, bougainvilles, cactussen, palmbomen en zandkleurige laagbouw. Buiten het vliegveld staat Harendra te wachten met een bordje MISS Karin en word ik meegenomen in een oude leger jeep. Ik vind het meteen helemaal goed en fijn.
Tijdens ons e-mail contact bij de voorbereidingen noemde Harendra mij steevast Mr Karin tot ik hem met een grapje op de hoogte heb gesteld dat ik een vrouw ben. Ik lach om de grote letters MISS op het bordje. Harendra heeft gevoel voor humor, het ijs is gebroken.
Ik word afgeleverd bij een hotel met een Botanische binnentuin. Mijn kamer heeft een eigen terras onder de bomen van die tuin. Het is heerlijk aankomen na de gekte in Delhi. Het is er stil. Internet werkt en ik kan orde scheppen in de afgelopen dagen. Even is de afgrijselijke armoede en het vuil wat ook deel uitmaakt van India buitengesloten. Eekhoorntjes in de bomen. Morgen ga ik weer naar een ander hotel. Daar is nu geen plaats. Harendra komt later op de dag terug om de lijsten die ik voor hem heb gemaakt door te nemen.
Sander en Joost zitten in een auto op weg naar Jaipur, een tocht van zes uren. Raj was te laat geweest een trein ticket te boeken.

Say goodby to Delhi




Delhi


We blijven de eerste twee dagen in Delhi. Daarna zullen we ons opsplitsen en reis ik alvast naar Jodhpur en gaan Sander en Joost naar Jaipur om studio opnames te maken van de muziek die de eerste film "The Plastic Collector" zal dragen.
Raj heeft ons in een hotel geplaatst in de wijk Karol Bagh. Overal op straat geimproviseerde markt kraampjes, veel zwerfhonden, drukte en straatvuil. Het verkeer is onbeschrijfelijk. Men baant zich al toeterend een weg, links en rechts van elkaar. Het toeteren is niet zoals bij ons een blijk van irritatie maar heeft gewoonweg de functie de ander te waarschuwen dat je komt passeren. Rakelings langs elkaar, het verkeer als een wildwater rivier door de stad.
We hebben alledrie zo onze bevindingen met onze kamers. De mijne is dat als ik achter het burootje ga zitten er een horde verschrikte beesten uit de lade komt kruipen. Het beloofde internet werkt niet en de ramen zijn zo vies dat een blik naar buiten niet mogelijk is. Er woont een roedel honden aan de overkant en in de boom zit een havik zijn prooi te nuttigen. We moeten een uur wachten op een kopje nescafé met een ranzig omeletje en ik ben blij met de door mijn moeder gestikte lakenzak.
Het zijn slechts bijzaken, we hebben een hele rits afspraken te doen.
We maken kennis met Kawal en kornuiten die de productie voor ons gaan verzorgen. Sander en ik openen beiden een bankrekening bij de State Bank of India en voor ons vertrek hebben we nog afspraken met een art director, een first assistent director en een costume designer.
Ik onderhandel over het budget met Kawal en breng de hoeveelheid voorgestelde assistenten terug tot een minimum en halveer zijn percentage. Per slot van rekening worden alle lokale zaken door iemand anders gedaan en heb ik onze afhankelijkheid onder verschillende paraplu's ondergebracht.
Dat lijkt mij veiliger dan alles in één hand te laten, als het dan misloopt hebben we niets meer.
Delhi gaat voorbij als in een roes. Zou ik aanvankelijk met de nachttrein naar Jodhpur vertrekken, Raj komt ineens met een vliegticket aanzetten en ben ik daar dus een dag eerder. Ik bel Harendra in Jodhpur dat ik al eerder een hotel nodig heb. En of hij mij van het vliegveld kan ophalen. Op hoop van zegen.

woensdag 25 februari 2009

Een eerste aanblik


Brak maar vol verwachting.... Komen wij aan op airport Delhi. Raj, waarover later nog veel meer, weet al enige weken dat wij vandaag aan zullen komen en heeft ook ons hotel geboekt. Ik ruik stof, en een andere geur die ik tot op vandaag niet heb kunnen thuisbrengen maar we zien geen Raj, ook geen bordje met onze namen. Het troebele hoofd van reizen, antigrippines en niet slapen denkt even dat het zichzelf wel op zal lossen en we besluiten te wachten en de tijd goed te besteden met het wisselen van geld en het aanschaffen van sim-cards. Nu gaat dat allemaal niet zo snel hier en als we daar eindelijk mee klaar zijn is Raj er nog steeds niet. Met de nieuwe sim-card slaag ik er in Raj te bereiken. Hij heeft niet echt een goede reden waarom hij niet ter plekke is en we besluiten met een taxi te gaan. Onze koffers gaan op het dak van het autootje en vertrekken we richting stad. Joost is zo slim geweest om het adres van het hotel voor vertrek uit te printen. Mijn eerste echte beeld van India laat niets te wensen over. De weg tussen vliegveld en stad geeft een schamele, dorre, treurige, vuile aanblik. Natuurlijk weet ik dat India meer te bieden heeft dan dat maar nu, in deze auto, ratel ik van binnen om mijn beeld van de wereld bij te stellen. Als we de stad inrijden ben ik daar al enigszins in geslaagd en kijk ik met andere ogen.
Ik ontwaar kleur, vindingrijkheid, aardse chaos, zie tal van scenes aan me voorbij trekken, mooie mensen. Ik ben in India.

Ik ben weg


'De tijd smelt hier" schreef Cees Nooteboom in 'Omweg naar Santiago' over Spanje. Zijn er toch werkelijk meerdere overeenkomsten tussen Rajasthan en Andalucia, dat is er zeker één.
We zijn alweer een dikke week in India. De dagen voor ons vertrek met de beslommeringen over de benodigde journalisten visa lijken zich in een grijs verleden te bevinden.
Het project 'BARDSONGS" waarvoor we hier zijn bestaat uit twee delen. Het eerste deel speelt zich af in Jodhpur (Rajasthan) en het tweede deel in Ladakh. Om hier te mogen draaien heb je een filmpermissie en het daaraan gekoppelde J-visum nodig. Zo een paar dagen voor vertrek heb ik nog geen nieuws en begin ik mij ongerust te maken. Volgens een tussenpersoon is daar geen enkele reden toe maar ik voel nattigheid en dring door tot de juiste persoon bij de Ambassade. De aanvraag is inderdaad al een tijd geleden gedaan maar omdat Ladakh een militair en politiek gevoelig gebied is gaat dat deel van de aanvraag via Binnenlandse zaken van India, wat een enorm traag moloch schijnt te zijn, en de aanvraag voor Jodhpur gewoon via Buitenlandse zaken. Zo gebeurde het dat die dagen in dat grijze verleden toch nog heel spannend werden. Immers, de tickets waren al geboekt maar zonder de juiste papieren zouden wij niets kunnen aanvangen.
Met enige krachtinspanningen en hulp van van de Ambassade in Den Haag kunnen we de aanvraag op het laatste moment nog splitsen en vertrokken wij afgelopen dinsdag 22 februari met de permissie naar Delhi. Via Helsinki. Sander Francken, de regisseur, Joost Schrickx, de schrijver en ik.
Ik dus, met twee mij vrijwel onbekende heren, naar een onbekend land. Voor zowat twee maal twee maanden. Twee films in twee verschillende streken.
Tevoren heb ik via e-mail wat contacten gelegd met productiemensen aldaar waarvan we er een paar gaan ontmoeten in Delhi. Zo ver gaat alles goed. Behalve dat ik zo ziek ben als een hondje. De nacht in het volle vliegtuig is dan ook even doorbijten. Gelukkig heb ik de door mij geadopteerde uitdrukking "Tijd smelt" en dat geldt ook in momenten van nood.

dinsdag 17 februari 2009

coming soon

Berichtgeving uit Jodhpur - Rajasthan - India waar ik de voorbereidingen tref voor de filmopnames van "Bardsongs".