woensdag 26 augustus 2009

Lamayuru - Moonland

Als je ergens aankomt, en een gerespecteerde gast bent krijg je een witte welkomst sjaal omgehangen. Waneer je tijdens je verblijf tot een zeer gerespecteerde gast bent verworden krijg je bij vertrek een extra lange witte sjaal en een buiging en een handdruk met beide handen. Deze eer kreeg ik gister in Lamayuru. Vooral de lange variant van de sjaal moet je bewaren, ergens ophangen in huis, vertelde Stanzin mij. Het is een wens voor geluk in je verdere leven. Ik heb er inmiddels een hele serie van.
Lamayuru is onaangeroerd, er liggen 81 kloosters rondom. Het heeft een wat verlaten sfeer. Er zijn beperkte faciliteiten en in de zomer is er slechts een paar uur electiciteit per dag. In de winter is het afgesloten van de buitenwereld, is er geen elektra en zijn mensen aangewezen op de voorraden die ze in de zomer hebben aangelegd.
Het geldt overigens voor heel Ladakh dat het leven in de winter zeer primitief is en vanaf december zijn er slechts enkele vluchten die er in slagen het vliegveld van Leh te bereiken. Toch houden de Ladakhi van de winter, ze hoeven niets, ze zijn op elkaar aangewezen, genieten van de lokale chang, studeren, doen aan introspectie en doen het hoogst noodzakelijke buitenwerk. Er zijn geen toeristen en er zijn dus geen zaken te doen. Alles is in diepe rust. Vrede.
Wij zijn hier op het randje voor de herfst, vanuit Leh zien we in de verte donkere wolken en het schijnt daar, iets hoger gelegen, al te hebben gesneeuwd. Het is de richting waar de crew vandaag voor het laatst draait. We kunnen ze niet bereiken. Morgen weten we meer.

Bij de bank verliep alles ordelijk. ze kennen me nu daar. Met een gerecycelde rijstzaktas met rits en een stapel cheques meld ik me eerst bij de kas. Daar checken ze het saldo en zetten ze een aantekening en een stempel op de cheques. Ik sta niet aan de andere kant van het loket maar zit in het kamertje van het loket, naast de loket bediende bij de geld tel machine. Ik loop dus eigenlijk zo de kas binnen. Ik hoef me niet te identificeren en ik krijg voorrang op de mensen die wel aan de andere kant van het loket staan. Op één cheque kan ik 200.000 rupees opnemen, dat heet hier 2 lakhs (eerst dacht ik steeds dat ze het over two legs hadden) dus vandaag bracht ik er tien.
Met de gestempelde cheques ga ik vervolgens naar de andere kant van de bank, ook weer door de onbewaakte poortjes van het personeel heen en vervoeg me bij een dame die de cross check doet. Dat duurt dan even en we praten wat over het leven hier. Ze vertelt me over een Amerikaan die hier 23 jaar geleden de eerste documentaire kwam maken en dat haar man bevriend met hem raakte. Het was hier toen nog geheel gesloten. Ik ga proberen deze film te achterhalen.
Na de cross check kan ik weer terug naar de kas en vul ik mijn rijst zak tas vol met rupees, twee miljoen. Kawal is mijn body guard en al die rupees ga ik morgen tellen en in de verschillende enveloppen stoppen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten